zaterdag 31 maart 2012

High Key


I never have taken a picture I've intended. They're always better or worse.
Diane Arbus





Deze onvertaalbare termen worden gebruikt voor foto's die een dominerende tint licht (high key) of donker (low key) hebben.

Een high key-opname bestaat hoofdzakelijk uit witte en lichtgrijze schakeringen. Het wordt vaak gebruikt bij fotografie van kinderen, naakten, dromerige landschappen…
In de studio hebben we geprobeerd om een model dat volledig in het wit gekleed  voor een witte achtergrond stond, te portretteren.
De bedoeling is zoveel mogelijk helderheid in de opname te krijgen zonder dat er overbelicht wordt. De overbelichte delen bevatten geen details meer en zijn uitgevreten.
Een donkere toets in het geheel zorgt voor wat contrast.
Met enkele fotografen van de fotoclub Iris uit Begijnendijk was het de bedoeling dat we dit eens uitprobeerden. Modellen waren Lore en Jasmien.






donderdag 22 maart 2012

Cyanotypie (3)


The challenge for me has first been to see things as they are, whether a portrait, a city street, or a bouncing ball. In a word, I have tried to be objective. 
Berenice Abbott 


Een cyanotypie is altijd een contactafdruk: men is gebonden aan de grootte van het negatief. Natuurlijk kan men met grootformaatcamera's ook grotere negatieven verkrijgen.
Maar men kan ook van digitale opnamen een print maken op transparanten in negatief zwart-wit.
Gisteren probeerde ik een aantal proefstroken om de tijd te meten hoelang ik in de zon moest belichten.
Trapjes vanaf 7 minuten tot 12 minuten: een fiasco. Zelfs tot 32 minuten (en dat zit je wel lang in het zonnetje) en weer niks. Rond 15.30 was de zon al wat minder sterk dus heb ik het maar opgegeven.
Vandaag terug geprobeerd en nu kortere tijden geprobeerd. Het bleek dat 3 minuten beter was, en dat gaf zelfs al een donker resultaat.
De eerste twee zijn opnames in Oradour-sur-Glane: het dorpje in Frankrijk dat door de Duitsers als wraakmaatregel verwoest werd en waar praktisch iedere bewoner vermoord is.





 De foto's hierboven zijn iets groter dan A5-formaat


  
De derde opname is een samengesteld beeld en is na 2.5 minuten belichten duidelijk veel te donker. Dat wordt dan een tweede poging. Deze foto is iets groter dan A4-formaat.




zondag 18 maart 2012

Cyanotypie (2)

No place is boring, if you've had a good night's sleep and have a pocket full of unexposed film.
Robert Adams


Het is altijd wel wachten op het zonnetje, dat is soms wel wat frusterend.
Het eerste probeersel zijn 3 opnamen formaat 6x6 van een pinhole (holga)-camera.
De belichting is 8 minuten en de drie opnamen staan er wat zwak op. Bij het spoelen met water verdwijnen na enkele seconden twee beelden. Het derde blijft heel licht over.






Dan de belichting op 15 minuten genomen voor 6 opnamen (genomen aan het Schulens meer) formaat 6x7.  Nu staan de beelden er prachtig op: alleen het negatief met een nogal zware dekking levert een lichter beeld. We onthouden: liefst geen te contrastrijke negatieven met zware dekking (of langer belichten dan).




Het doet me wel iets om terug in de 19de eeuw te zijn en die blauwe opnamen te zien ontstaan.
Met het cyanotypeprocedé kunnen alleen maar contactafdrukken gemaakt worden: maar ze zijn heerlijk scherp natuurlijk. Een vergroter moet een lamp hebben die krachtige uv-stralen uitzendt. Dan komt het probleem van de lens die voor de vergroting zorgt: deze is van glas en glas houdt de meeste uv-straling tegen. Kwarts zou dan een oplossing kunnen bieden.


zaterdag 17 maart 2012

Cyanotypie (1)



One should really use the camera as though tomorrow you'd be stricken blind.
Dorothea Lange

Een techniek uit de oude doos om afbeeldingen op papier te maken is de cyanotypie. Het procédé werd in 1842 beschreven door de astronoom Herschel. Hij gebruikte ook de term blauwdruk. Hij maakte er geen gebruik van om fotografische beelden te maken (hij was sterrenkundige en ontdekte meer dan 500 sterrenhopen en nevels), maar gebruikte het om zijn nota's te kopiëren.
Anna Atkins, een biologe, begon vanaf 1843 boeken uit te geven met afbeeldingen van planten. Een cyanotypie wordt gekenmerkt door zijn blauwe kleur.




Hoe gaat dit in zijn werk?

In twee donkere flessen maakt men de voorraadoplossingen die beperkt houdbaar zijn. Bewaar ze in het duister op een koele plaats. In de eerste mengt men 100 ml gedemineraliseerd water met 20g ferri-ammoniumcitraat (de groene variëteit). In de tweede 100 ml water met 8 gram  kaliumferricyanide. Sorry voor de moeilijke namen. Wil men een oplossing maken dan mengt men twee gelijke hoeveelheden van elke fles in een schaaltje.


Als drager kan men aquarelpapier gebruiken of linnen. Onder een gele lamp strijkt men met een borstel het papier in volgens twee richtingen. Het resultaat moet een geelgroene laag geven: is er reeds blauw te zien dan reageert het papier chemisch met de oplossing, of er zijn vingerafdrukken op het papier.
Dan laat men alles in de duisternis drogen (dat gaat nogal vlug). Het papier moet binnen 2 à 3   dagen gebruikt worden want de kracht van de emulsie verdwijnt langzaam.

Het beeld dat gevormd wordt, ontstaat door belichting met UV-licht. De zon zorgt daar voor. Maar men kan ook lampen gebruiken uit een solarium.
Daarvoor plaatst men een negatief op het papier dat ingestreken is met de bovenvermelde oplossing. Daarop komt dat een glasplaat om te zorgen dat alles goed in contact is met elkaar.
Hoelang de belichting duurt, hangt af van de hoeveelheid UV-licht. Men kan proefstroken maken, juist zoals met een gewone vergroter. Hou er rekening mee dat de temperatuur een rol speelt en ook de tijd in de dag (het meest interessant is tussen 10 en 16 uur: dat zijn juist de momenten dat fotograferen met normale toestellen niet zo aan te raden zijn).

Dan worden de afdrukken een vijftal minuten gespoeld onder stromend water. Hierbij wordt veel van het blauw meegespoeld.  Men moet dus langer belichten.
Daarna kan men de afdruk nog baden in water met een beetje zuurstofwater: dit zorgt ervoor dat de blauwe kleur nog heviger wordt.

Het is mogelijk om de afdruk te kleuren,  bijvoorbeeld met thee.

Daarna is het een kwestie van het papier te drogen.

In een volgende bijdrage enkele zelfgemaakte cyanotypieën.











Hier kan je veel info over oude fotografie-technieken vinden en ook de chemische stoffen bestellen: http://www.permadocument.be

maandag 12 maart 2012

Ritme


Photography has not changed since its origin except in its technical aspects, which for me are not important. 
Henri Cartier-Bresson



Een andere opdracht voor het eerste trimester in de academie was: ritme, herhaling.
Een foto kan sterker worden wanneer een onderwerp herhaald wordt: we krijgen als het ware een versterking van wat we willen in beeld brengen.
Een rij bomen, paaltjes rond een weide … Natuurlijk moet er een boeiende foto gemaakt worden.

De eerste foto is misschien een zoekplaatje: wat staat erop? We waren eind vorig jaar in Huissen (Gelderland, Nederland). Op de parking iets buiten het stadje stonden kermiswagens klaar om de kermis op te bouwen. Op een oplegger lagen de panelen met lampjes en elektrische contacten om een attractie op te bouwen.



Op zondagmorgen lag alles er vredig en rustig bij: voor een superette stonden kisten gestapeld en winkelkarretjes.







Je moet het niet ver zoeken: in onze tuin staat een houten bank. Het zonnelicht streek erover en maakt een prachtig spel van licht en schaduw, alles enkele malen herhaald.



http://fotoblogs.2link.be

vrijdag 9 maart 2012

Strijklicht


Sharpness is a bourgeois concept.
Henri Cartier-Bresson





Op www.encyclo.nl vond ik:
  1.  strijklicht
    ` strijk - licht het -woord vertaling van floodlight
     
  2. Strijklicht
    Licht dat zijwaarts (bijna parallel) op het onderwerp van de foto valt. Het `strijkt` als het ware langs het onderwerp, waardoor alle oneffenheden extra geaccentueerd worden. De bijzondere elementen van het onderwerp van de foto komen hierdoor nog mooier naar voren..
     
  3. strijklicht
    Licht dat onder een scherpe hoek over een oppervlak valt; vaak worden hierdoor de onregelmatigheden in het oppervlak blootgelegd.
    Categorie: Procédés en Technieken > zijbelichting.
     

Sinds september 2011 volg ik aan het SLAC (Academie Leuven) het eerste jaar Fotokunst Analoge Fotografie.
De bedoeling is om me te bekwamen in het fotograferen met film. Deze moeten dan ontwikkeld worden en dan moeten er vergrotingen gemaakt worden in de donkere kamer.
In het eerste trimester was één van de opdrachten: strijklicht. Wanneer het licht rakelings langs een muur scheert, komen alle oneffenheden dank zij het licht en de schaduwwerking plots heel erg tot leven.
Ik vond het maar een moeilijk onderwerp, maar gaandeweg kwamen er toch enkele mooie foto's uit mijn probeersels.

In onze tuin kroop er een pissebed over een eiken blok hout en het zonnelicht zorgde voor een immense schaduw.
De foto werd (op aanraden van mijn docent) zeer hard afgedrukt zodat bijna een grafisch beeld ontstaat.







 Deze bezem lag in onze tuin en op een novembermorgen had het gevroren zodat alle ijskristallen in de lage zonnestralen zichtbaar werden.



donderdag 8 maart 2012

Pinhole camera (2)

No photographer is as good as the simplest camera.
Edward Steichen






Omdat de belichtingstijden (het gaatje is heel klein en laat weinig licht door) lang zijn, wordt er van op een statief gewerkt.


Bladfilm of vlakfilm (om in de filmhouder te plaatsen) is nogal duur, daarom gebruik ik gewoon fotopapier. Enkele testen wezen uit dat een gevoeligheid van 12 ASA moet ingesteld worden op de lichtmeter. Deze kan maximum ingesteld worden op diafragma 90 zodat de resultaten voor onze camera (diafragma 180) moeten vermenigvuldigd worden met 4.
Dan kom ik tot belichtingen van (rekening gehouden met het Schwarzschildeffect) 2 à 8 minuten naargelang het zonnig is of bewolkt.
Op het fotopapier staat na ontwikkeling een negatief beeld. Het gat dat in de bodem van de sigarendoos zat, blijkt te klein. Doordat ik een enorme groothoek heb, fotografeer ik de zijkanten van het gat mee. Je ziet op de eerste foto duidelijk de randen. Ik maakte een contactafdruk van dit negatief door dwars door het fotopapier te belichten op een ander stuk fotopapier. Merk op dat papier niet zo goed het contrast tussen lucht en donkere omgeving kan overbruggen.
De twee andere foto's tonen de opnamen nadat ik het gat waar het kleine pinholegaatje in geplakt is, groter gemaakt heb. De wazige vlek rechts komt doordat een grote en hoge grasplant met de wind heen en weer bewoog.




Schwarzschild-effect
Wanneer je gebruik maakt van extreem lange of korte sluitertijden, kan dit effect optreden. Films of fotopapier worden minder gevoelig wanneer de film langer dan een seconde wordt belicht. Om de belichting toch goed te krijgen, moet een nog langere sluitertijd of een groter diafragma gebruikt worden.












De witte (in het negatief) en zwarte randen (in het positief) komen van de flappen in  de filmhouder waar het fotopapier achter zit.

woensdag 7 maart 2012

Pinhole camera (1)

The negative is comparable to the composer's score and the print to its performance. Each performance differs in subtle ways.
Ansel Adams









Wikipedia.nl leert ons:

Een camera obscura (Latijn voor donkere kamer) is een verduisterde ruimte waarbij in een van de wanden een klein gaatje is aangebracht, later ook wel een lens. Het hierdoor invallende licht werpt een afbeelding van de buitenwereld op de tegenoverliggende wand. Net zoals bij afbeelding door een lens het geval is, wordt de buitenwereld op zijn kop afgebeeld. Als de achterwand van de camera obscura doorzichtig wordt gemaakt (bijvoorbeeld met matglas) is de afbeelding van buitenaf te zien.


Een pinhole camera is een camera zonder lens. In plaats van een lens wordt een klein gaatje (Engels: pinhole) gebruikt.
De scherpte hangt af van de grootte van het gaatje en van de afstand tussen het gaatje en de film (of beeldchip). Over het algemeen geldt dat hoe kleiner het gaatje is hoe scherper het beeld is, totdat diffractie een rol gaat spelen en weer meer onscherpte veroorzaakt.
Het beeld is wel overal even (on)scherp, zodat de scherptediepte oneindig is en er niet scherpgesteld hoeft te worden. Verder treedt er aan de randen van de foto geen vertekening op wat bij foto's genomen met een lens wel het geval is. Hierdoor kunnen er met pinhole camera's ultra groothoek foto's gemaakt worden.
Een nadeel van een pinhole camera is dat er door het kleine gaatje maar weinig licht komt en dat er dus een lange belichtingstijd nodig is.
De pinhole-camera lijkt daarmee erg op de camera obscura.

Ik maakte van een sigarendoos (Corps Diplomatique, Senator) een pinholecamera. Deze doos heeft juist de grootte om een filmhouder 4x5 inch van een technische camera te bevatten.
De dikte van de doos is ongeveer 4 cm, zodat de camera een brandpuntsafstand heeft van 13 mm, wat een enorme groothoek geeft. In een aluminium plaatje (van een bierblik) werd een gaatje gemaakt met een fijne naaldpunt. Dit werd dan zeer proper geschuurd.
Met een fotovergroter werd een diameter van 0,27 mm gemeten. Volgens de formule diafragma = brandpuntsafstand gedeeld door de diameter komt men dan op een diafragma van 148 uit. Voor de metingen met een lichtmeter neem ik dan 180, omdat iets over belichten geen kwaad kan.



Volgend bericht post ik enkele foto's genomen met deze camera.


maandag 5 maart 2012

Mirabrug in Hamme

Black and white are the colors of photography. To me they symbolize the alternatives of hope and despair to which mankind is forever subjected.
Robert Frank







Hamme is een gemeente in de provincie Oost-Vlaanderen aan de monding van de Durme in de Schelde. In 1971 werd het bruggetje over de Durme gebruikt in de film Mira, de teleurgang van de waterhoek (met Jan Decleir en Willeke van Ammelrooy).

Het is daar een gedroomd gebied om te wandelen en te fietsen.

Op een vroege zondagochtend scheen de zon laag over het water en maakte ik vanop de brug opnamen van de meerpalen die een lange schaduw in het water wierpen. Film Kodak TMax 400 kleinbeeld, ontwikkeld in HC-110 (verdunning B, 7 min) en afgedrukt op barietpapier. Deze werden dan ingescand.