zaterdag 17 maart 2012

Cyanotypie (1)



One should really use the camera as though tomorrow you'd be stricken blind.
Dorothea Lange

Een techniek uit de oude doos om afbeeldingen op papier te maken is de cyanotypie. Het procédé werd in 1842 beschreven door de astronoom Herschel. Hij gebruikte ook de term blauwdruk. Hij maakte er geen gebruik van om fotografische beelden te maken (hij was sterrenkundige en ontdekte meer dan 500 sterrenhopen en nevels), maar gebruikte het om zijn nota's te kopiëren.
Anna Atkins, een biologe, begon vanaf 1843 boeken uit te geven met afbeeldingen van planten. Een cyanotypie wordt gekenmerkt door zijn blauwe kleur.




Hoe gaat dit in zijn werk?

In twee donkere flessen maakt men de voorraadoplossingen die beperkt houdbaar zijn. Bewaar ze in het duister op een koele plaats. In de eerste mengt men 100 ml gedemineraliseerd water met 20g ferri-ammoniumcitraat (de groene variëteit). In de tweede 100 ml water met 8 gram  kaliumferricyanide. Sorry voor de moeilijke namen. Wil men een oplossing maken dan mengt men twee gelijke hoeveelheden van elke fles in een schaaltje.


Als drager kan men aquarelpapier gebruiken of linnen. Onder een gele lamp strijkt men met een borstel het papier in volgens twee richtingen. Het resultaat moet een geelgroene laag geven: is er reeds blauw te zien dan reageert het papier chemisch met de oplossing, of er zijn vingerafdrukken op het papier.
Dan laat men alles in de duisternis drogen (dat gaat nogal vlug). Het papier moet binnen 2 à 3   dagen gebruikt worden want de kracht van de emulsie verdwijnt langzaam.

Het beeld dat gevormd wordt, ontstaat door belichting met UV-licht. De zon zorgt daar voor. Maar men kan ook lampen gebruiken uit een solarium.
Daarvoor plaatst men een negatief op het papier dat ingestreken is met de bovenvermelde oplossing. Daarop komt dat een glasplaat om te zorgen dat alles goed in contact is met elkaar.
Hoelang de belichting duurt, hangt af van de hoeveelheid UV-licht. Men kan proefstroken maken, juist zoals met een gewone vergroter. Hou er rekening mee dat de temperatuur een rol speelt en ook de tijd in de dag (het meest interessant is tussen 10 en 16 uur: dat zijn juist de momenten dat fotograferen met normale toestellen niet zo aan te raden zijn).

Dan worden de afdrukken een vijftal minuten gespoeld onder stromend water. Hierbij wordt veel van het blauw meegespoeld.  Men moet dus langer belichten.
Daarna kan men de afdruk nog baden in water met een beetje zuurstofwater: dit zorgt ervoor dat de blauwe kleur nog heviger wordt.

Het is mogelijk om de afdruk te kleuren,  bijvoorbeeld met thee.

Daarna is het een kwestie van het papier te drogen.

In een volgende bijdrage enkele zelfgemaakte cyanotypieën.











Hier kan je veel info over oude fotografie-technieken vinden en ook de chemische stoffen bestellen: http://www.permadocument.be

Geen opmerkingen:

Een reactie posten