Edward Steichen
Omdat de belichtingstijden (het gaatje is heel klein en laat weinig licht door) lang zijn, wordt er van op een statief gewerkt.
Bladfilm of vlakfilm (om in de filmhouder te plaatsen) is nogal duur, daarom gebruik ik gewoon fotopapier. Enkele testen wezen uit dat een gevoeligheid van 12 ASA moet ingesteld worden op de lichtmeter. Deze kan maximum ingesteld worden op diafragma 90 zodat de resultaten voor onze camera (diafragma 180) moeten vermenigvuldigd worden met 4.
Dan kom ik tot belichtingen van (rekening gehouden met het Schwarzschildeffect) 2 à 8 minuten naargelang het zonnig is of bewolkt.
Op het fotopapier staat na ontwikkeling een negatief beeld. Het gat dat in de bodem van de sigarendoos zat, blijkt te klein. Doordat ik een enorme groothoek heb, fotografeer ik de zijkanten van het gat mee. Je ziet op de eerste foto duidelijk de randen. Ik maakte een contactafdruk van dit negatief door dwars door het fotopapier te belichten op een ander stuk fotopapier. Merk op dat papier niet zo goed het contrast tussen lucht en donkere omgeving kan overbruggen.
De twee andere foto's tonen de opnamen nadat ik het gat waar het kleine pinholegaatje in geplakt is, groter gemaakt heb. De wazige vlek rechts komt doordat een grote en hoge grasplant met de wind heen en weer bewoog.
Schwarzschild-effect
Wanneer je gebruik maakt van extreem lange of korte sluitertijden, kan dit effect optreden. Films of fotopapier worden minder gevoelig wanneer de film langer dan een seconde wordt belicht. Om de belichting toch goed te krijgen, moet een nog langere sluitertijd of een groter diafragma gebruikt worden.
Leerrijk, Georges. En sfeervolle beelden. Welke factor gebruik je voor het Schwarzschildeffect te berekenen?
BeantwoordenVerwijderen