One should really use the camera as though tomorrow
you'd be stricken blind.
Dorothea Lange
Een
techniek uit de oude doos om afbeeldingen op papier te maken is de cyanotypie.
Het procédé werd in 1842 beschreven door de astronoom Herschel. Hij gebruikte
ook de term blauwdruk. Hij maakte er geen gebruik van om fotografische beelden
te maken (hij was sterrenkundige en ontdekte meer dan 500 sterrenhopen en
nevels), maar gebruikte het om zijn nota's te kopiëren.
Anna
Atkins, een biologe, begon vanaf 1843 boeken uit te geven met afbeeldingen van
planten. Een cyanotypie wordt gekenmerkt door zijn blauwe kleur.
Hoe gaat
dit in zijn werk?
In twee
donkere flessen maakt men de voorraadoplossingen die beperkt houdbaar zijn.
Bewaar ze in het duister op een koele plaats. In de eerste mengt men 100 ml
gedemineraliseerd water met 20g ferri-ammoniumcitraat (de groene variëteit). In
de tweede 100 ml water met 8 gram
kaliumferricyanide. Sorry voor de moeilijke namen. Wil men een oplossing
maken dan mengt men twee gelijke hoeveelheden van elke fles in een schaaltje.
Als drager
kan men aquarelpapier gebruiken of linnen. Onder een gele lamp strijkt men met
een borstel het papier in volgens twee richtingen. Het resultaat moet een
geelgroene laag geven: is er reeds blauw te zien dan reageert het papier
chemisch met de oplossing, of er zijn vingerafdrukken op het papier.
Dan laat
men alles in de duisternis drogen (dat gaat nogal vlug). Het papier moet binnen
2 à 3 dagen gebruikt worden want de
kracht van de emulsie verdwijnt langzaam.
Het beeld
dat gevormd wordt, ontstaat door belichting met UV-licht. De zon zorgt daar
voor. Maar men kan ook lampen gebruiken uit een solarium.
Daarvoor
plaatst men een negatief op het papier dat ingestreken is met de bovenvermelde
oplossing. Daarop komt dat een glasplaat om te zorgen dat alles goed in contact
is met elkaar.
Hoelang de
belichting duurt, hangt af van de hoeveelheid UV-licht. Men kan proefstroken
maken, juist zoals met een gewone vergroter. Hou er rekening mee dat de
temperatuur een rol speelt en ook de tijd in de dag (het meest interessant is
tussen 10 en 16 uur: dat zijn juist de momenten dat fotograferen met normale
toestellen niet zo aan te raden zijn).
Dan worden
de afdrukken een vijftal minuten gespoeld onder stromend water. Hierbij wordt
veel van het blauw meegespoeld. Men
moet dus langer belichten.
Daarna kan
men de afdruk nog baden in water met een beetje zuurstofwater: dit zorgt ervoor
dat de blauwe kleur nog heviger wordt.
Het is
mogelijk om de afdruk te kleuren,
bijvoorbeeld met thee.
Daarna is
het een kwestie van het papier te drogen.
In een volgende bijdrage enkele zelfgemaakte cyanotypieën.